dinsdag 13 juni 2017
De moordenaar zit aan 't ontbijt
met een croissant met kersenjam.
Hij denkt weer aan de kleine meid,
haar gespartel en haar schrille stem.
Dan perst hij sinaasappelsap
voor de Vitamine-C.
Eerst vocht ze nog, toen werd zij slap,
deed alles met hem mee.
Hij pakt neuriënd de botervloot
en snijdt nog een vers broodje aan.
Zijn eetlust, 's morgens, is heel groot -
hij geniet van het bestaan.
En hij denkt, terwijl hij zingt,
aan een uur of wat geleden:
hij voelt weer hoe hij binnendringt
in de kleine meisjesschede.
Dan is het gedaan met eten
en opgewekt leegt hij zijn glas.
Nee, nooit zal hij vergeten
hoe bang de kleine voor hem was.
En de resten van de maaltijd
gaan in de emmer met pedaal.
Hij ziet het bloesje en de sokjes,
het rokje en de rode sjaal.
Hij staat bij 't raam en rekt zich uit -
hij sneed en scheurde haar uiteen:
het snoesje met haar perzikhuid...
Hij glimlacht voor zich heen.
Als hij de tuindeur opendoet,
ruisen de bomen in de wind.
Het waait, denkt hij, en dat is goed
voor een pasgestorven kind
In 't stadspark ziet een passant
't naakte lijfje in de struiken
en slaat alarm. De moordenaarshand,
die staat niet stil - de kamer gaat naar koffie ruiken.
1995
Vorige week had ik het hier over het lied In Germany before the war van Randy Newman. Ik schreef: Geïnspireerd op de film, uit 1931, M. van Fritz Lang. Daarin speelt Peter Lorre de kindermoordenaar Hans Beckert. Net zo'n man als die we kennen uit een lied van Hans Dorrestijn - da's voor een latere keer. Tot maar meteen vandaag, want anders komt het er misschien niet meer van: Het ontbijt van de kindermoordenaar.
Eerst even terug naar de genoemde film: M - Eine Stadt sucht einen Mörder. Een psychologiche thriller en vooral zo beklemmend omdat met man en macht wordt gezocht naar de kindermoordenaar Beckert, terwijl je hem alweer op een bankje ziet zitten loeren naar weer een spelend kind dat zijn nieuwe slachtoffer zal zijn.
Hans Dorrestijn (ook hier en hier en hier en hier en hier) voert in zijn lied zo'n zelfde man op. Als luisteraar / lezer zou je die gevaarlijke gek meteen willen laten arresteren. Dorrestijn zong het nummer in zijn theaterprogramma Gesmolten ijsberen. Daarin viel, zoals gebruikelijk, heel veel te lachen. Maar een enkele keer dus niet. Tijdens de eerste coupletten zaten theaterbezoekers nog ongemakkelijk te grinniken, niet wetend welke kant het lied op zou gaan. Maar na de vierde strofe - hij voelt weer hoe hij binnendringt in de kleine meisjesschede - was hun het lachen volledig vergaan.
De harde realiteit leidde tot verdriet en vooral woede. Dorrestijn heeft heel wat boze bezoekers voor zich gehad na afloop van zijn voorstelling. Dat zo'n tekst toch echt niet kon. Vond eenzelfde groep ruim zestig jaar eerder ook: dat zo'n film echt niet kon. Inmiddels wordt M - Eine Stadt sucht einen Mörder gezien als Fritz Langs beste.