woensdag 31 mei 2017
Mijn benedenbuurvrouw van 48C
neemt Goede Tijden, Slechte Tijden op voor haar dochter
in haar ene hand ligt de afstandbediening
met haar andere hand pakt ze uit een doos een filterhuls
en vult die in een hulzenstopper met tabak
bij onze buren van 48B is de Sociale Dienst langs geweest
om in de badkamer tandenborstels te tellen
en vorige week is onze buurvrouw van 48A overleden
ze heeft nu zeventien sigaretten af
en ze moet een nieuwe band in de videorecorder doen
vanuit de Prinsenstraat
rijdt een takelwagen van Parkeerbeheer de brug op
de papegaai in zijn kooi roept: doe je voorzichtig?
zo te horen komen de buren van 48F de trap op
dan houden straks hun honden op met blaffen.
2017
Gedichten en beschouwingen, zo omschrijft dichter Martin Reints (1960) het werk in zijn nieuwe bundel, getiteld Wildcamera. De wildcamera bestaat: een camera om dieren te observeren zonder dat dat wild er weet (lees: last) van heeft. Op die manier wil de dichter ook observeren: alles gaat ongestoord door, terwijl hij registreert. De waarneming van een toneelstuk in de openlucht, van schilderijen aan de muur en, in bovenstaand gedicht, van gebeurtenissen in het huizenblok waar hij woont. Zes appartementen: die van A is pas dood, die van B fraudeert, die van C maakt een klein leven ietsje groter, die van F hebben honden. Blijven er twee ongenoemd. Of nee, 48E zit in de titel, dus daar huist de dichter zelf. En 48D dan? De papegaai in zijn kooi, leeft die daar?