woensdag 26 april 2017
Ik was een jongen,
maar niet langer
van mijzelf alleen.
Ook van u moest ik
zijn om te dulden
dat u me aanraakte,
dat u me aan u raakte.
U raakte me aan.
Ziet u, u raakte mij.
1999
Wat een prachtig boek: de onlangs verschenen roman Schuldig kind van Ted van Lieshout (1955). Bovenstaand gedicht is niet daaruit afkomstig: het staat in de bundel Zeer kleine liefde, uit 1999. Maar beide boeken hebben veel met elkaar gemeen. Of nee, er is nog een boek: Mijn meneer, de roman die in 2012 is uitgebracht.
Geen enkel begrip voor pedofilie, totdat Ted van Lieshout in zijn Zeer kleine liefde-gedichten begon te schrijven vanuit de leefwereld van de elf-, twaalfjarige jongen. Met poëzie kun je gevoelens vatten en tot de kern brengen, maar je kunt, letterlijk en figuurlijk, niet je verhaal kwijt. Dus moest er een roman komen. Dat werd Mijn meneer. Met een roman kun je wel je een leefwereld verbeelden, maar niet de realiteit vangen.
Dus is er, vijf jaar later, Schuldig kind, waarin Van Lieshout nog een stap verder gaat door niet alleen romancier, maar ook essayist te zijn. Brieven brengen ons terug naar Zeer kleine liefde; een krantenartikel voert ons voorbij Mijn meneer.
Ik beveel Schuldig kind van harte aan. Kies voor de omgekeerde tijd en lees daarna Mijn meneer. Lees pas daarna Zeer kleine liefde. Dan ben je bij bovenstaand gedicht. Indrukwekkende materie, die je buiten en mischien zelfs boven je eigen denkwereld plaatst.
Tekening Ted van Lieshout, uit zijn tweede gedichtenbundel:
Als ik geen naam had, kwam ik in de Noordzee uit (1987)