dinsdag 28 februari 2017
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan dat zitje op die fiets
Aan die zomers waar geen eind aan leek te zijn
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan die haard zo warm en rood
Aan die handen als een kolenkit, zo goed, zo hard, zo groot
Maar 't was te kort om je leven mee te doen
Veel te kort om al die jaren mee te doen
Veel te kort en veel te weinig
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan die knopaccordeon
Aan die lach boven het glimmend parelmoer
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan die klok van tien voor een
Aan die fiets die hij dan pakte, aan die kus zo hard als steen
Maar 't was te kort...
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan die ogen als de zee
Aan die blik van zoveel eenvoud en zo goed
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan dat schuurtje in de tuin
En toen de wereld weer eens brandde, aan z'n tranen bij het puin
Maar 't was te kort...
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan die kouwe winternacht
Aan berichten uit een land van Gründlichkeit
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan dat wachten bij de deur
En van blijdschap huilen op z'n jas met die kazernegeur
Maar 't was te kort...
Als ik aan vader denk, dan denk ik aan een veel te korte tijd
Scheiden is zo gril en altijd onverwacht
Als ik aan vader denk, dan denk ik hoe een mens veranderen kan
Maar je kunt niet blijven haten en wat je kreeg, dat was het dan
Maar 't was te kort....
1986
Ook ik behoorde tot de critici die zijn typeringen (zoals Harm met het harpje) te stereotiep, zijn conferences (zoals De Bom, met Bakema) te wijdlopig en zijn liedjes (zoals Kleine Johanna) te nietszeggend noemden. Maar deze rubiek is niet bedoeld om af te kraken, maar om te eren. Als ik hier bovenstaande tekst van Henk Elsink (1935-2017) beluister, valt me weer op wat een ontzettend goede zanger hij was. Was ja, want de cabaretier (Vrij Entree) en latere amuseur (one-man-shows) is afgelopen week gestorven nadat de ziekte Alzheimer hem de afgelopen tien jaar tergend langzaam sloopte.
Bovenstaande tekst heeft mij altijd geïntrigeerd, vooral natuurlijk omdat die over de afwezige vader gaat. Het is een van de laatste liedjes die Henk Elsink opnam voordat hij in 1988, pas 53 jaar oud, het theater vaarwel zei en voor twintig jaar naar Mallorca verhuisde. Ik beschouw Als ik aan vader denk als zijn meest persoonlijke tekst. Die begint als een eerbetoon aan mooie jeugdherinneringen - dat zitje op de fiets, die knopaccordeon... -, maar meteen al komt er ook andere informatie indringend tussendoor - die harde handen, die kus zo hard als steen... - en vooral dat zich vaak herhalende refrein: 't was te kort om je leven mee te doen, veel te kort en veel te weinig.
Pas in het laatste couplet geeft hij inzage in wat er gebeurde, nou ja: dàt er iets voorviel in het gezin. In werkelijkheid liet de vader zijn vrouw en kinderen (nota bene in de oorlog) in de steek. Bij het vermelden van biografische informatie liet Henk Elsink die jeugd liefst weg en het heeft dus heel lang geduurd voordat hij erover kon zingen. Het moet voor de zoon zeer pijnlijk zijn geweest.
Maar, zo stelt de volwassen zoon in de laatste regel: je kunt niet blijven haten en wat je kreeg, dat was het dan. Of nee, dat zegt hij niet als laatst, want dan volgt opnieuw dat refrein: Maar 't is was te kort om je leven mee te doen. Tja, Wat je kreeg, dat was het dan? Dus inclusief die haat? Wat een verdriet.
Mijn vader ging dood toen ik heel klein was; geen herinneringen om bij te stellen, alleen maar om te koesteren. Maar Henk Elsink somt tal van mooie herinneringen op tot hij constateert: Als ik aan vader denk, dan denk ik hoe een mens veranderen kan. Ja, in die regel zit alle pijn.
Toen Alzheimer hem nog niet sloopte, heeft Henk Elsink toen gedacht dat er een hemel bestaat en dat hij daar zijn vader terug zou gaan zien? En toen bleek dat herinnering te kort was om je leven mee te doen?