woensdag 08 februari 2017
Omdat ik geen teevee kijk, heb ik de naam Tim Hofman helemaal gemist. Blijkt een BN'er. En als BN'ers een boekje maken, verkoopt dat lekker. Zo moet Uitgeverij Meulenhoff hebben gedacht.
Meulenhoff liet het nota bene tegelijk verschijnen met de postume uitgave Zwart Lied van Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska. Het zijn haar eerste poëtische proeven en zij besloot ze tijdens haar leven niet uit te geven. Niet goed genoeg. Van zelfkritiek heeft Tim Hofman absoluut geen last.
Jawel, als je jongeren in aanraking brengt met poëzie, gaan ze meer lezen. Klopt helemaal. Maar het voorbeeld dat Hofman geeft, is dat poëzie toch niet veel meer voorstelt dan woorden grappig met elkaar laten spelen:
what will bekom-
kommer of me
Of, nog erger:
I am
a duck
eend I?
Of, het ergst:
iets bekopen
met de dood
kost een R.I.P.
uit je life
Er zou nog niet zoveel aan de hand zijn als de uitgever het bundeltje een titel had meegegeven als Rijmpjes van een Bekende Nederlander of zoiets. Maar Gedichten van de broer van Roos verwijst toch echt naar poëzie. Nog erger wordt het als je op de achterkant leest over bijna lyrische gedichten die strak op rijm over liefde, de maatschappij of de dood gaan. Ik heb ze niet kunnen ontdekken.
Het is voor het eerst in deze rubriek dat ik niet hartstochtelijk verwijs naar een bovenaan de pagina staand gedicht. Uit deze rotzooi, die het - lachen toch? - ongetwijfeld zal brengen tot de bestverkochte 'gedichtenbundel' van het jaar 2017, valt namelijk niks te kiezen.
Had ik het boekje moeten negeren en ruimte moeten bieden aan Szymborska? Ach, soms moet iets toch even gezegd; bovendien: Szymborska komt morgen.