dinsdag 31 januari 2017
Wie zoals ik ooit Monk
op een concert dik drie
kwartier geen noot zag
spelen maar al die tijd
in trance gelijk een me-
dicijnman rond de Stein-
way dansen en onder toe-
nemend gemor van een op-
eengepakt gehoor plots
als een speer op het i-
voor af duiken en na nog
één tel wachten met één
accoord die hele drie
kwartier goedmaken
doet
er verstandig aan van 't
leven - althans op muzi-
kaal gebied - niet al te
veel meer te verlangen
en op z'n blote knieën
god te danken dat hij
The Monk bij die gele-
genheid heel hartelijk
heeft horen lachen
1992
Niet te spreken over het Poëziegeschenk 2017 van Jules Deelder schreef ik hier (en hier). Reden om de schrijver-performer vandaag maar eens te eren met twee van zijn gedichten die mij wel erg aanspreken. Het bovenstaande, afkomstig uit Jazz (1992), een bundel met verhalen en gedichten over jazz, gaat natuurlijk over de legendarische jazzpianist Thelonious Monk (1917-1982 - senior dus wel te verstaan). Hoewel die in 1976 stopte met optreden, heeft Jules Deelder (1944) het voorrecht gehad hem te zien optreden, misschien zelfs al april 1961, toen Monk een paar concerten in Nederland gaf.
Goed gevonden: al die enjambementen die het gedicht een mooie cadans geven. En ook de isolatie van dat woord doet, waarmee het gedicht in tweeën breekt: de gebeurtenis zelf en de conclusie die je er, volgens Deelder, maar uit trekken moet.
Ook onderstaand gedicht, afkomstig uit de gedichtenbundel Portret van Olivia de Havelland (1985), is een eerbetoon, maar dan aan zijn dochter. Het heet dan ook simpelweg - want Deelder is een Rotterdammer en dus vooral niet teveel woorden en bovenal daden - Voor Ari. Daarover hoeft verder geen woord gezegd.
Lieve Ari
Wees niet bang
De wereld is rond
en dat istie al lang
De mensen zijn goed
De mensen zijn slecht
Maar ze gaan allen
dezelfde weg
Hoe langer je leeft
hoe korter het duurt
Je komt uit het water
en gaat door het vuur
Daarom lieve Ari
wees niet bang
De wereld draait rond
en dat doetie nog lang