Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 3 - Remco Campert: Lamento

donderdag 19 januari 2017

Hier nu     langs het lange diepe water
dat ik dacht ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar

hier nu     langs het lange diepe water
waar achter oeverriet     achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd

dat altijd maar je ogen     je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend     in het water rimpelend

dat altijd in levende stilte
dat ik altijd zou leven in levende stilte
dat je altijd maar     dat wuivend oeverriet altijd maar

langs het lange diepe water     dat altijd maar je huid
dat altijd maar in de middag je huid
altijd maar in de zomer in de middag je huid

dat altijd maar je ogen zouden breken
dat altijd van geluk je ogen zouden breken
altijd maar in de roerloze middag

langs het lange diepe water     dat ik dacht
dat ik dacht dat je altijd maar
dat ik dacht dat geluk altijd maar

dat altijd maar het licht roerloos in de middag
dat altijd maar het middaglicht     je okeren schouder
je okeren schouder altijd in het middaglicht

dat altijd maar je kreet     hangend
altijd maar je vogelkreet     hangend 
in de middag     in de zomer     in de lucht

dat altijd maar de levende lucht     dat altijd maar
altijd maar het rimpelende water     de middag     je huid
ik dacht dat alles altijd maar      Ik dacht dat nooit

hier nu langs het lange diepe water     dat nooit
ik dacht dat altijd     dat nooit     dat je nooit
dat nooit vorst     dat nooit ijs ooit het water

hier nu langs het lange diepe water     dacht ik nooit
dat sneeuw ooit de cipres     dacht ik nooit
dat sneeuw.....nooit de cipres.....dat je nooit meer

1992


Toch nog een keer Remco Campert (en hier en hier).
Lamento
= klaagzang, weeklacht... De ik treurt om het verlies van de je. En waarom raakt het gedicht ons zo, lezers? Door het vermeende gestamel - dat ik... dat je... dat altijd... - dat zijn radeloosheid verraadt, dat dat (jaja, bewust heel veel dat nu) weet te bewerkstelligen door de interpunctie (die steeds terugkerende witvlakken) en door de woord- en zinsherhaling en -uitbreiding...

altijd maar
altijd maar altijd
altijd maar rimpelend
altijd maar zomer
altijd maar geluk
altijd maar nooit vorst
altijd maar nooit
nooit 

Niets is voor altijd, zong Jeroen van Merwijk. De tijd duurt één mens lang dichtte Remco Campert. Doodgaan is het weggooien van een ervaren machine, noteerde dichter Adiraan Jaeggi, toen de Dood zich aankondgde terwijl hij nog zoveel had willen doen. Jaeggi, ook een naam voor binnenkort in deze rubriek. 
 

Archief 2017