woensdag 04 januari 2017
Het huis waarin u schoenmaat 30 had
is een museum van vergetelheden
er dwaalt een sok, een tekening slaapt in
een vlek probeert niet meer
iets voor te stellen
een lege pen voelt zich voldaan
twee lepeltjes achter een voorzetwand
zijn nutteloos tevreden.
Het is verboden hier iets aan te raken
dan klinkt er een alarm en een suppoost
rent op u af en geeft u straf
maar daarna wordt u weer getroost.
2016
Ik was erbij toen Joke van Leeuwen (1952) in 1978 zowel de jury- als de publieks- als de persoonlijkheidsprijs won op het vooraanstaande cabaretfestival Cameretten met haar programma Moeder dan gisteren. Daar stond een groot talent. Maar de in Vlaanderen woonachtige Nederlandse groeide niet uit tot cabaretière, maar tot schrijfster en tekenares voor kinderen en volwassenen. Optreden bleef ze overigens wel en haar kracht als performer komt nog steeds tot uitdrukking op literaire festivals, voorleesavonden en in de korte theatertours die ze maakt, zoals met het programma Ozo Heppie:
Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?
In 1994 verscheen haar eerste gedichtenbundel voor volwassenen, Laatste lezers, en vlak voor de jaarwisseling haar nieuwste, getiteld: Het moet nog ergens liggen. Daaruit is het gedicht van vandaag afkomstig.
Fascinerende tekst. Het huis waarin u schoenmaat 30 had kan alleen het ouderlijk huis zijn. En wie geeft u straf en door wie wordt u weer getroost? Dat zijn natuurlijk ouders. Het huis is een museum van vergetelheden, dus het gaat over wat je van vroeger vergeet.
Joke van Leeuwen verschuift in de eerste strofe het perspectief van de aangesprokene - de u uit de eerste regel - naar de dingen zelf: zij denkt niet aan een tekening die ze maakte, maar een tekening slaapt in en vergeet zichzelf. En een vlek probeert niet meer iets voor te stellen - misschien was die vlek in haar jeugd heel wat, omdat zij hem had veroorzaakt en ervoor was gestraft; nu is alle zwaarte van die gebeurtenis afgeschud. Een lege pen voelt zich voldaan - leeg en voldaan; die heeft zijn werk dus goed gedaan. Waarschijnlijk schreef en tekende Joke van Leeuwen, die in Antwerpen Grafische Kunsten studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, als kind al veel.
In de tweede strofe ligt het perspectief weer bij de tweede persoon. Dat kan niemand anders dan de vertelster zelf zijn. Het is verboden hier iets aan te raken - is het moeilijk om erover te praten met die ouders? Zijn zij de inmiddels vergeetachtige bewoners van dat museum van vergetelheden? Of wonen zij in een verpleegtehuis en staat de suppoost symbool voor de verpleging die toezicht houdt? Of misschien leven die ouders niet meer - dat werpt weer een ander licht... Hebben die twee nutteloos tevreden lepeltjes achter een voorzetwand daar soms mee te maken?
Zo kan ik nog wel even doorgaan en zo gaat het binnen veel van de volwassen gedichten van Joke van Leeuwen, ook in deze nieuwe bundel. Het is een bekend gegeven: de bestemming is minder essentieel dan de reis ernaartoe. Voor haar poëzie geldt dat ook: het antwoord vinden is minder interessant dan de vragen stellen. Ik vind Joke van Leeuwen een groot dichteres van weer een grootse bundel met nieuwe gedichten.
.