Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 50 - Marjolijn van Heemstra: Na de...

dinsdag 13 december 2016

Toen hij viel is zijn buizerd opgevlogen. Hij ontwaakte als een ander, de
gele klauwen blauw van bloedverdunners, de bek zachtaardig, een gras-
vogel, pikkend in de broodjes die de verpleging voor hem strooit. Hij was
een man die in alles een toendra zag om te trotseren. Op de zware tocht
liet hij de zwakken achter om hulp te halen bij de volgende post, jaren
verderop en altijd te laat. Nu schommelt hij sterfelijk in zijn trui. De arts
zegt dat het vaker voorkomt: ontwaken met een ander in je brein. Hij
lacht erom met een dankbaar dicht mondje, hipt op zijn laatste goede
been door de gangen van de serviceflat als de vrolijke ekster die hij werd,
hal in de hal wacht hij op wie niet komt. De vrouw die ooit bevroren
achterbleef, de zoon die hij liet spartelen in een wak. Hij eet een nootje,
fluit een wijsje. Wat niet is kan nog komen, dat lijkt hem wel bewezen.
Hij heeft iedereen vergeven, ook zichzelf en ook het leven dat hem pas
deze winter in zijn armen sloot. Hij eet een nootje, fluit een wijsje, niks
dan zomer in zijn hoofd. En wie niet komt die kan nog komen. En wie
hem niet vergeeft, vergeeft hij ook.

2014


Het was nog moeilijk kiezen uit de twee poëziebundels die de jonge theatermaker (onder meer RO-Theater), columnist (zoals voor Trouw) en auteur (ook nog een roman) Marjolijn van Heemtra (1981) publiceerde.
In de laatste, getiteld
Meer hoef dan voet, staan veel gedichten als het bovenstaande, zowel qua vorm (lange rijmloze regels, alsof het proza is) als inhoud (vol verwondering over dier, mens en zelfs kosmos).

In NRC-Handelsblad schreef Van Heemstra, die godsdienstwetenschappen studeerde, een reeks columns onder de titel
Welkom / Niet welkom. Daarin onderzocht zij de werking van het ongenood op feesten verschijnen van mensen die zij niet kende. Dat vind ik ook de kracht van veel van haar gedichten: zij trekt mij binnen in een wereld van gevoelens en gedachten waar ik graag veel meer van wil weten. Daarom houd ik ook zo van poëzie. En van theater. Daarom schrijft zij natuurlijk gedichten en acteert en regisseert zij daarnaast.

In dezelfde bundel staat ook een gedicht over slapeloosheid, getiteld
Slaapdagboek. Daaraan vooraf gaat het drieregelige Waken:

Slaap weigert mij
als een verwende eend
de korsten op de gracht.


Ik vind dat heel mooie en treffende regels.



Archief 2016