Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 48 - Willem Elsschot: Het huwelijk

zaterdag 03 december 2016

Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven,
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mjn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kind'ren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

1910


Veel commentaar op deze plaats de afgelopen weken op de poëziebloemlezing De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, samengesteld door Ilja Leonard Pfeijffer. De keuze van de dichters en de selectie uit hun werk is een kwestie van smaak en literaire vrijheid, maar ik signaleer ook veel slordigheden en onbegrijpelijke omissies. Zo ontbreekt de naam Willem Elsschot. Te onbelangrijk? Is dat echt uit te leggen na het lezen van bovenstaand, vermaard gedicht.  

In 2000 mochten de lezers van NRC-Handelsblad hun mooiste gedicht kiezen. In
Het mooiste gedicht staan de honderd vaakst gekozen verzen afgedrukt op volgorde van de meeste stemmen. Pfeijffer heeft deze top tien van dichers en gedichten ook in zijn bundel opgenomen. Op eentje na dus. Nummer 5: Het huwelijk van Willem Elsschot.

Over de inhoud hoef ik niet uit te wijden. De betekenis is glashelder: bij de man is het vuur gedoofd, want
in d'ogen van zijn vrouw zijn de vonken gedoofd. Hij kon niet meer begeren. Hij probeert nog wel met haar te vrijen maar ervaart de grootse zonde (let op: niet de grootste, maar de grootse) zelfs als een duivelsplicht. Omdat hij haar haat en zelfs dood wenst, wordt de situatie ondraagrlijk, waarbij zijn helse mond het merg uit haar gebeente zuigt, waardoor zij, hoe vitaal ook nog, niet eens meer dorst te spreken. Hij fantaseert haar te laten verdwijnen - ik sla haar dood en steek het huis in brand - zodat hij kan vluchten tot bij een ander lief in enig ander land. Maar ja, er staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Maar ook weemoedigheid die niemand kan verklaren en die hem overvalt wanneer men slapen gaat.
Dan is er de wending, zoals in een sonnet tussen de twee kwartrijnen en terzinen. Je leest niet meer vanuit zijn perspectief, maar vanuit dat van zijn kinderen.
De man die zij hun vader heetten - ze weten dat hij het is, maar daarmee is dan ook alles gezegd - is bij het vuur gezeten. En hoe zit hij daar: met een godvergeten en vervaarlijke aanblik. Oftewel: nog steeds lijdend aan niet gemaakte keuzes van moord en brand. Maar het is nog erger, want hij is godvergeten. de man wiens gedachten wij vijf strofen hebben mogen volgen, is in de zesde strofe volkomen geïsoleerd geraakt van alles en iedereen. Niet alleen meer ongelukkig in de liefde, maar hij heeft het inmiddels ook verloren van het leven.

Dan de techniek. Het huwelijk is ijzersterk van vorm door zijn srrakke metrum (een zesvoetige jambe en dus een alexandrijn) en rijm (omarmend), met verbluffend veel alliteraties en assonanties. Ook daardoor heeft de beroemde zin Want tussen droom en daad staan wetten in de weg zijn weg zo gemakkelijk kunnen vinden
Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren
is zelfs een van de meest gebruikte uitspraken en niet alleen in de literatuur. Wat stond er in godsnaam in de weg tussen Pfeijfeers woorden en daden? 

 

Archief 2016